08 nov Studenten voorbereiden op een peerassessment? Dat doe je zo!
Je bent overtuigd van de voordelen van comparatief beoordelen en je wilt de methode in je lessen integreren. Je hebt je ingelezen en kent de principes achter de methode, je bedacht een boeiende opdracht voor je studenten en zette een peerassessment klaar in de comparing-tool. Kortom, je bent er klaar voor. Maar wanneer je de opdracht aan je studenten uitlegt, gaan de handen de lucht in: “waarom moeten wij elkaar beoordelen, is dat niet uw job?” Op die vraag had je niet gerekend…Je studenten voorbereiden op een peerassessment met de comparing-tool? De volgende tips helpen je op weg!
Je wilt als volgt te werk gaan: De studenten zullen een eerste versie van de opdracht maken en die uploaden in de comparing-tool. Vervolgens vergelijken en becommentariëren ze elkaars werk tijdens een peerassessment met de tool. Op basis van de peer feedback die de studenten ontvangen en de inzichten die ze opdoen tijdens het peerassessment zullen ze hun definitieve versie schrijven.
Allemaal goed en wel, maar hoe kan je je studenten voorbereiden op een peerassessment met de comparing-tool? Ga aan de slag met de volgende tips!
Introduceer comparatief beoordelen op subtiele wijze
In een eerste fase kan het handig zijn om je studenten op subtiele wijze kennis te laten maken met comparatief beoordelen, zonder het expliciet over de methode en de theorie erachter te hebben. Ter voorbereiding van de taak die ze zelf gaan maken, laat je je studenten bijvoorbeeld in groepjes taken uit eerdere jaren rangschikken volgens kwaliteit. Dat kan je eenvoudigweg op papier doen.
Laat de studenten luidop reflecteren terwijl ze de werkstukken met elkaar vergelijken. Je kan hen enkele vragen meegeven zoals “Welk werkstuk vind je beter/minder goed?”, “Waarom is het ene werk beter dan het andere?”, “Waarop baseer je die keuze?” en “Waarom vind je dat belangrijk?”. Laat hen die criteria noteren. Nadien kan je deze klassikaal vergelijken met de criteria die je als docent hanteert (vaak in je hoofd). Je zal zien dat ze sterk overeenkomen. Dankzij deze oefening hebben de studenten meteen ook een duidelijk beeld van wat van hen verwacht wordt. Zo zullen ze makkelijker zelf aan de slag kunnen gaan met de opdracht.
Geef een demonstratie van de tool
In een volgende stap, al dan niet in dezelfde les, kan je een demonstratie geven van de comparing-tool. Toon hoe je vergelijkingen maakt en hoe je feedback geeft. Verwijs hierbij naar de vorige oefening en benoem deze keer de methode van comparatief beoordelen wel expliciet. Leg uit dat vergelijken een eenvoudige en natuurlijke manier is om een kwaliteitsinschatting te maken. Door twee werken met elkaar te vergelijken, krijg je een concreet referentiepunt, namelijk het andere werk. Dat is makkelijker dan een werk op zich te beoordelen aan de hand van een abstracte criterialijst.
Daarnaast leg je uit dat het bij een peer assessment ook niet gaat om het beoordelen, maar om wat de studenten eruit kunnen leren. Het feit dat ze een keuze moeten maken over welk product beter is, dwingt hen om op zoek te gaan naar onderscheidende factoren. Bij elke vergelijking zullen de studenten op iets anders moeten letten. Bij informatieve teksten, bijvoorbeeld, wanneer de ene tekst veel informatie bevat en de andere weinig, is het gemakkelijk de betere tekst aan te duiden. Maar wanneer bij een volgende vergelijking beide teksten evenveel informatie bevatten, moeten de studenten op zoek naar een ander criterium om te differentiëren tussen de werken. Na wat dieper te zoeken in de teksten, blijkt de ene veel leesbaarder dan de andere doordat die beter gestructureerd is. Op die manier bouwen studenten dus zelf een referentiekader op omtrent de kwaliteit van een tekst.
Geef richtlijnen voor feedback
In een laatste fase, is het ook een goed idee om het tijdens de les al te hebben over feedback geven. Je wilt tenslotte dat de studenten hun eerste versie gaan herwerken op basis van de peer feedback die ze zullen ontvangen. Het is dan belangrijk dat die feedback een zekere kwaliteit heeft.
Wijs hen eerst op het nut van feedback geven en ontvangen. Door feedback te geven leren ze namelijk taal geven aan wat ze waarnemen. Daarnaast leren ze kritisch kijken naar het werk van anderen én daarmee ook te reflecteren over hun eigen werk. Bovendien krijgen ze dankzij het peerassessment veel meer en gevarieerdere feedback dan een docent alleen zou kunnen geven.
Tot slot, kan je ook al concrete richtlijnen meegeven voor het geven van feedback. Als je er als docent voor kiest om feedback te laten geven op criteria, dan kan je de specifieke criteria in de les al toelichten. Als je er, daarentegen, voor kiest om de studenten feedback te laten geven op sterke- en verbeterpunten, dan kan je de studenten bijvoorbeeld vragen om één sterk punt te benoemen en twee verbeterpunten. Leg ook uit hoe ze hun feedback precies moeten formuleren. Bij feedback op verbeterpunten kan je bijvoorbeeld vragen meegeven waarop de studenten moeten antwoorden.
Een voorbeeld:
- Welk probleem constateer je? De tekst is niet goed gestructureerd.
- Waarom denk je dat dat een probleem is? Zo kost het voor de lezer meer moeite om de tekst te volgen.
- Wat zou een oplossing kunnen zijn? Voor elk nieuw idee, begin je een nieuwe alinea.
Voila, met deze tips zijn je studenten helemaal voorbereid op een peerassessment met comparing-tool. Het voordeel van deze werkwijze is dat jij als docent geen tussentijdse feedback meer moet geven. Bovendien leren de studenten heel veel van zo’n peerassessment. Je zal merken dat de kwaliteit van de definitieve versies een pak hoger ligt.
Veel succes alvast!
Wil je meer weten over de mogelijkheden van de Comproved comparing-tool? Lees er alles over in ons e-book.