Hoe maak je een vergelijking?

docent die vergelijking maakt van studentenwerken

Hoe maak je een vergelijking?

Als docent spendeer je een behoorlijk deel van je tijd aan het beoordelen van studentenwerk. Maar nu gaan we aan de slag met comparatief beoordelen. Wat betekent dit concreet? Waar moet je aan denken als je een vergelijking maakt? We geven een paar tips.

Holistisch vergelijken is anders denken

In de meeste gevallen zul je gewend zijn om je beoordelingsformulier of rubric als leidraad te gebruiken bij het beoordelen. Deze kunnen uiteenlopen in mate van detail. Analytische rubrics zijn behoorlijk ver uitgewerkt om ieder aspect van een opdracht te beoordelen. In andere gevallen gebruik je misschien een wat meer holistische beoordeling waarin nog wat ruimte voor interpretatie overblijft en een toelichting van jou als docent nodig is. 

Bij het vergelijken trekken we het holistische beoordelen nog verder. Het enige wat je doet als je vergelijkend beoordeelt is bepalen welke van de twee werken beter is. Verder niets. Als je gewend bent vanuit verschillende criteria te kijken naar de opdracht is het dus ook zaak dit los te laten. Een veel geziene valkuil is dat je het werk alsnog per criterium doorleest of ziet, en dan per criterium checkt of het ene werk beter is dan het andere. Je beoordeelt nu het werk niet als geheel maar in stukjes, dit is juist niet de bedoeling. De onderverdeling mag je helemaal loslaten. Het gaat alleen nog om het bepalen van het werk met de beste kwaliteit. Geen zorgen als dit niet meteen goed lukt, oefening baart kunst.

Vertrouw op je expertise

Een groot deel van je docententijd heb je je best gedaan zo objectief mogelijk de beoordelingscriteria of rubric in te zetten. Als de rubric goed aansluit bij je eigen idee van kwaliteit dan is dit goed te doen, maar soms kostte het wellicht wat meer moeite. Misschien leidde de rubric in die gevallen tot beoordelingen waar je het vanuit je professionele oordeel niet mee eens was. Ga je vergelijkend beoordelen, dan geef je een oordeel op basis van je expertise. En ja, daar zit een beetje subjectiviteit aan vast. Misschien heb je een specifiek onderdeel van de opdracht waar je meer waarde aan hecht dan je collega’s. Dat is oké. Je collega’s hechten die waarde weer aan andere onderdelen. Deze oordelen middelen zich allemaal uit in de vele vergelijkingen die jullie samen maken. Door comparatief beoordelen zetten we de diversiteit van beoordelaars in als kracht om alle aspecten van de opdracht goed te beoordelen. Daarbij blijven we nog steeds betrouwbaar en valide. 

Soms kost vergelijken erg weinig tijd

Als je alleen hoeft te bepalen welk werk beter is betekent dit ook dat een vergelijking soms erg weinig tijd kan kosten. We kennen allemaal wel voorbeelden van opdrachten waar je meteen aan ziet dat er nog veel moet gebeuren. Als dit werk naast een goed opgebouwd werk staat, zal je misschien maar vijf seconden nodig hebben om je oordeel te vellen. Dat kan! Het principe van vergelijkend beoordelen zorgt ervoor dat het werk vaker terugkomt. Je zal hetzelfde werk dus nog een keer zien in een vergelijkingspaar waarin het niveau dichter bij elkaar ligt. In dat geval zal je het werk gedetailleerder gaan bekijken voordat je je keuze maakt. En je collega’s zullen het werk ook nog een keer zien in hun vergelijkingen. Maak je dus geen zorgen, ieder werk krijgt voldoende aandacht.

Gebruik geen rubric bij het vergelijken

Ben je als docent nieuw in een vak, of heb je nog niet zo veel ervaring, dan is het wellicht lastig om zonder rubric of beoordelingscriteria aan de slag te gaan met vergelijken. Wil je eerst toch nog even de rubric naast de vergelijking leggen? Doe dit niet! Zodra je dit doet ga je weer analytisch beoordelen en kan je net zo goed stoppen met vergelijken. Zorg er in dit geval vooraf voor dat je voldoende beeld hebt van de opdracht en de verschillende kwaliteitsniveaus. Ga alvast een voorbeeldronde met elkaar vergelijken en bespreek de voorbeelden met elkaar. Zo wordt duidelijk wat met kwaliteit wordt bedoeld. Deze kwaliteitsscriteria kan je zeker nog opschrijven in een document dat je dan vervolgens kan gebruiken als houvast om feedback te geven (maar dus niet om te beoordelen!). Tip: vergelijk ook eens voorbeeldwerken samen met studenten om bij hen kwaliteitsbesef te bevorderen.

Kan je echt niet kiezen?

Zijn twee werken zo gelijkwaardig in kwaliteit dat je niet weet welke van de twee nou beter is? Vraag jezelf dan eerst af: Weet je echt zeker dat ze gelijkwaardig zijn, of heb je het idee dat er een wel beter is maar kan je even niet verwoorden waarom? In het laatste geval kies je toch het werk dat voor jouw idee beter is. Weet je het écht niet? Maak dan een keuze en berust je op het feit dat deze werken vaker terugkomen bij anderen. Als je collega’s de keuze ook lastig vinden zal een deel van hen het ene werk van betere kwaliteit vinden, en een deel het andere. Zo komen de werken uiteindelijk op een gelijkwaardige plek uit in de rangorde. 

Mooi, het vergelijken zit erop! Maar hoe kom je nu tot een beslissing zoals een voldoende of punten? Lees hier meer of neem contact op met ons.

Share this